In het meerjarenplan zijn er beduidend weinig veranderingen op te merken ten opzichte van de vorige aanpassing, zegt Vlaams Belang raadslid Veronique Lenvain. Besturen is nochtans vooruitzien. Wij vinden dit meerjarenplan geen haalbare zaak op lange termijn. Er is geen ernstige aanpak te bespeuren, noch wordt er een antwoord gezocht voor de noden van de toekomst. Investeringen moeten slim en weloverwogen gepland worden. Wanneer er gekozen zou worden voor een skatepark en hondenweide (nu respectievelijk € 269.000 en € 45.000) met minder toeters en bellen, zullen er meer financiële middelen overblijven. Middelen die ingezet kunnen worden voor noodzakelijke investeringen zoals straatverlichting in de Ronsesestraat.
Wat wel positief is aan het plan, is dat er eindelijk geïnvesteerd zal worden in meer veiligheid, wat mijn fractie al vaker heeft aangekaart. Het on-hold zetten van de bouw van de nieuwe podiumzaal en muziekschool is daarentegen weinig ambitieus en laat onze burgers op cultureel vlak in de kou staan. Bepaalde gemeentegebouwen, zoals de vroegere muziekschool, het oude zwembad en OCMW-gronden, zouden verkocht worden om de huidige financiële put te vullen. De straatverlichting zal gedoofd blijven. Toch is Brakel, met 8 procent personenbelasting, nog steeds de gemeente met de hóógste lasten in de Vlaamse Ardennen. Dit is geen cadeau voor onze inwoners.
Immers, ten gevolge van de crisis heeft bijna 4 op 10 mensen het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Een betaalbare winkelkar is nog niet voor morgen en de energiefacturen blijven torenhoog. De vraag naar extra steun bij het OCMW is enorm gestegen. Hierdoor is er extra werk voor onder meer de sociaal assistenten. Door een tekort aan personeel riskeren mensen in nood in de kou te komen te staan, maar dit zou geen excuus mogen zijn. Het Vlaams Belang kan dit meerjarenplan dan ook niet goedkeuren en zal zich onthouden wegens een zwaar tekort aan broodnodige en gedurfde initiatieven om van Brakel een betere, welvarende en bruisende gemeente te maken, besluit Veronique Lenvain.